Slenteren langs de Leidse singels
Op dinsdag 19 september lopen we de Singelparkroute in Leiden. Startpunt is om 19.30 uur bij Petit Restaurant De Valk, naast Molen de Valk en parkeergarage Lammermarkt. Dit is tevens ook het eindpunt.
Je kunt de route linksom of rechtsom lopen. De route volgt de vestingwallen rond de middeleeuwse binnenstad. Het is bijzonder dat deze historische veste nog grotendeels intact is. De verschillende onderdelen van de route zijn visueel verbonden door groene ‘aren’ en gekleurde plant- en dierfiguren op bankjes, aan lantaarnpalen en in de wallekant. Je krijgt een routebeschrijving mee. Omdat we in de avonduren lopen zijn sommige stukken van de route afgesloten (tuin Museum Volkenkunde, Hortus botanicus, Oude Sterrewacht en historische begraafplaats Groenesteeg), maar daar kunnen we prima omheen. De route wijst zich vanzelf. En verdwalen is ook niet erg, je komt altijd wel weer uit bij De Valk. Vanaf 21.00 uur verzorgt gastheer Bas Regeer een gezellige borrel ter afsluiting.
Het Singelpark
De Singelparkroute verbindt de rand van de historische vestingstad. Op de Boisotkade (genoemd naar de heldhaftige geuzenkapitein) passeer je de brug waar de Geuzen 449 jaar geleden op 3 oktober met hun platbodems de stad binnenvoeren met haring en wittebrood. De Singelparkroute is ontstaan uit een burgerinitiatief, omarmd door gemeente, universiteit en andere partijen langs de route. Zo zijn er nieuwe bruggen gebouwd, versteende stadsdelen vergroend en losse groenstrookjes met elkaar verbonden tot één aaneengesloten stadspark dat geen begin of einde kent.
Parkeren met korting
Je kunt met korting een parkeerplaats reserveren in parkeergarage Lammermarkt (bij Molen de Valk) via www.leiden.nl/parkeren. Parkeren buiten de parkeergarages kan alleen met een dagkaart van 25 euro. Petit Restaurant De Valk ligt naast de molen en de parkeergarage, op loopafstand van Leiden Centraal (bus en trein).
Al wandelend leer je Leiden kennen vanuit een nieuw perspectief. Zo was Museum Volkenkunde voorheen het Academisch Ziekenhuis. Via de Morschpoort liepen de veroordeelden naar het galgenveld buiten de stad. Het Leidse garnizoen was gelegerd in de Morspoortkazerne, nu een boutiquehotel. In de Weddesteeg zag Rembrandt het licht. Molen de Put was van zijn vader en hij had een atelier in de Stadstimmerwerf. Het Arsenaal en de Doelenpoort herinneren aan de schutterij. In de Hortus botanicus (1590) bracht Carolus Clusius de eerste Nederlandse tulp tot bloei. Via de 5e Binnenvestgracht of Kaiserstraat (naar de eerste Leidse sterrenkundige) bereik je de Boisotkade en het chique Plantsoen. Langs Plantage, Veerplein en Katoenpark kom je bij De Meelfabriek. Dit industriële erfgoed is al sinds 1988 in herontwikkeling. Via de tuin van Piet Oudolf en het Lakenpark bereik je het Ankerpark, waar voorheen de Grofsmederij stond, die o.a. grote scheepsankers vervaardigde. De imposante Zijlpoort beveiligde de stad aan de oostzijde. Via begraafplaats Zijlpoort en het Blekerspark bereik je het Huigpark. Hier vind je het Armenbolwerk en diverse sportfaciliteiten. Bij de beeldbepalende centrale is het Energiepark in nog aanleg. Je kunt de route vervolgen via de Langegracht. In deze dynamische omgeving vind je veel nieuwe bedrijvigheid (o.a. Nieuwe Energie, universitair start up centrum PLNT, Brouwerij Pronck en steenhouwerij BamBam) naast instanties als de daklozenopvang en het politiebureau. De Valk komt inmiddels weer in zicht. Wie de route met-de-klok- mee loopt, ziet dezelfde elementen maar beleeft ze ongetwijfeld weer anders.
Namens de activiteitencommissie
Van de voorzitter
Ik laat me dit keer graag om de tuin Leiden . . . .
Beste Lezer,
Het komende event gaan we met het ONDB naar Leiden voor een stadswandeling door de Leidse binnenstad. Nu eens een keer niet varend in een sloep door de singels en de grachten, maar gewoon te voet over de klinkers van de stad. Leuk om de “Sleutelstad” nu weer eens vanuit een ander perspectief te kunnen ervaren . . . .
Als kleine jongen, geboren en opgegroeid in Voorhout, was een reis naar Leiden altijd een hele belevenis. Het dagelijks leven speelde zich in de regel in en om het eigen dorp af, maar zo af en toe moesten we toch naar “de grote stad”. Dat gebeurde dan een paar keer per jaar en dat was dan meestal voor het kopen van nieuwe kleding. Nou, dat voelde dan altijd als een spannend schoolreisje; aan de hand van moeders met de grote NZH-bus naar Leiden . . . .
De reis voerde ons dan over de Nagelbrug, langs de “Leidsevaart” (die eigenlijk de Haarlemmertrekvaart heet), langs de grote fabriek van Sikkens naar het “Groene Kerkje” in Oegstgeest om daar over de smalle en spannende verkeersbrug Oegstgeest binnen te rijden. Van daaruit ging de reis dan verder via de statige Rijnsburgerweg om aan het einde daarvan, bij de “NZH-bus-remise”, onder de stationsbrug door te rijden en nét voorbij het station op de Steenstraat te eindigen. Daar stapten we dan recht voor het “Lido Theater” uit en dan was je direct in een héle andere wereld. Grote gebouwen, heel veel mensen en drukte op de “stoep” en ook veel meer verkeer op de weg dan bij ons op de Herenstraat. Een hele hoop marktkramen recht voor je neus en vaak grote binnenvaartschepen in het haventje er direct naast. Van daaraf direct over de Blauwpoortsbrug (toen nog mét brugwachter) en dan rechtdoor de Haarlemmerstraat in. Dát waren nog eens een hoop grote winkels zeg, vind daar je weg maar eens in . . . .
Maar dat was natuurlijk geen enkel probleem, want daar was mijn moeder voor. Die dirigeerde ons met zachte hand precies naar de juiste winkels om steeds weer een paar items voor onze nieuwe zomer- of wintergarderobe te kunnen scoren. En keuzestress hadden we in die tijd natuurlijk ook niet, want moeders maakte die keuzes gewoon voor ons. Zo ging dat toen nog in die tijd, toen hoefden we helemaal nog niet op TikTok of op YouTube te kijken wat er nu weer in de mode was . . . .
En de reis eindigde dan altijd in het restaurant op de bovenste verdieping van de V&D-vestiging voor een glaasje limonade met een gebakje. Wát een enorme grote winkel zeg. Ideaal om verstoppertje te spelen en een feest om over die imposante roltrappen en met de spannende lift te mogen. En van daaruit dan weer naar de halte op de Breestraat voor de terugreis naar het “veilige” dorp. Grote avonturen voor twee kleine jongetjes, waar ze nog steeds met een nostalgisch gevoel op terugkijken . . . .
Hoe anders is die “grote stad” inmiddels geworden. Vooral nog véél groter en misschien ook nog wel véél grootser. We weten er nu zelf onze weg goed te vinden, alleen gaan we er zo min mogelijk naar toe. De bus pakken we ook niet meer, nee, we gaan met de auto en weten precies waar we het beste kunnen parkeren om zo dicht mogelijk bij onze bestemming te kunnen komen. En al het eenrichtingsverkeer kennen we inmiddels uit ons hoofd en trotseren we met speels gemak. Alleen voor kleren kopen komen we er al jaren niet meer, want ja, naar Leiden ga je nu alleen nog met een “doel” en dat is dan vooral ofwel recreatief (zoals: theater, restaurant of museum) of zakelijk, maar het nostalgische “dagje winkelen” is er al heel veel jaren niet meer bij . . . .
Maar Leiden blijft daarnaast ook nog wel steeds een stad met heel veel historie, waarvan we ongetwijfeld ook nog heel veel niet weten. Zonder meer de moeite waard om daar weer eens wat meer over op te steken. En dát maakt het nu zo leuk om aan de hand van de leden van de activiteitencommissie langs de singels en om de Hortus Botanicus heen te gaan slenteren . . . .
Ik laat me die dag dan dus ook graag om de tuin leiden . . . .
Hans Zwetsloot
(voorzitter ONDB)